De leden van Ons Genoegen hebben jarenlang getuinierd aan de Marsweg. Eerst op een plek nabij de Ijsselcentrale en toen dit terrein begin jaren ’50 werd omgezet in industrie verhuisde men naar de locatie waar nu de ronde glazen showroom van autopalace staat.
Het was een ander soort complex en vereniging dan het nu is. Om te beginnen bestond het complex uit drie lange rechte paden waaraan beide zijden de tuinen waren gesitueerd. De paden waren half verhard en er waren geen hagen of voortuinen. Ook was er geen stromend water of sloten waardoor tuinders zelf een pomp moesten slaan. Het terrein zag er ten opzichte van nu wat rommeliger uit. Zeker de laatste jaren toen bekend werd dat de vereniging moest verhuizen werden geen investeringen meer gedaan in schuurtjes ed. Er was een berging maar geen verenigingsgebouw zoals we dat nu hebben. Ook waren er geen toiletten.
De vereniging zelf was ook anders. Om te beginnen waren er geen vrouwen lid. Niet omdat dat niet mocht, maar het was geen gewoonte. De vereniging was ook veel informeler en er werden minder eisen gesteld aan zaken zoals de administratie. Wel kende men elkaar veel beter dan nu en was vrijwilligerswerk gewoonte. Elke zaterdagochtend kwam men samen en deed men onderhoud aan het complex of hielp men andere leden met het onderhoud van de tuin of de sloop van bijvoorbeeld een schuurtje. In vergelijking met nu keek men veel meer naar elkaar om. Ook was de spreektaal het Zwols dialect. Vrijwel iedereen sprak het en een gesprek in algemeen beschaafd Nederlands was echt een uitzondering.
Het was een ander soort complex en vereniging dan het nu is. Om te beginnen bestond het complex uit drie lange rechte paden waaraan beide zijden de tuinen waren gesitueerd. De paden waren half verhard en er waren geen hagen of voortuinen. Ook was er geen stromend water of sloten waardoor tuinders zelf een pomp moesten slaan. Het terrein zag er ten opzichte van nu wat rommeliger uit. Zeker de laatste jaren toen bekend werd dat de vereniging moest verhuizen werden geen investeringen meer gedaan in schuurtjes ed. Er was een berging maar geen verenigingsgebouw zoals we dat nu hebben. Ook waren er geen toiletten.
De vereniging zelf was ook anders. Om te beginnen waren er geen vrouwen lid. Niet omdat dat niet mocht, maar het was geen gewoonte. De vereniging was ook veel informeler en er werden minder eisen gesteld aan zaken zoals de administratie. Wel kende men elkaar veel beter dan nu en was vrijwilligerswerk gewoonte. Elke zaterdagochtend kwam men samen en deed men onderhoud aan het complex of hielp men andere leden met het onderhoud van de tuin of de sloop van bijvoorbeeld een schuurtje. In vergelijking met nu keek men veel meer naar elkaar om. Ook was de spreektaal het Zwols dialect. Vrijwel iedereen sprak het en een gesprek in algemeen beschaafd Nederlands was echt een uitzondering.